woensdag 21 april 2010

JEC Composites 2010 Parijs, deel 2 van 2



JEC Composites 2010 Parijs
“Stop het in een bus, goed schudden, en dan komt er iets moois uit.”

De JEC is een begrip in composiet-land; het is de grootste composieten beurs van Europa. Groot Composiet, KansenKanon en Enterprise Europe Network organiseerden gezamenlijk voor composiet-ondernemers een reis naar deze beurs. In totaal waren zo’n 23 ondernemers en mensen van kennisinstellingen aanwezig.

Groot Composiet is een alliantie gestoeld op de principes van open innovatie. Met een gezamenlijke reis kun je enkele van de randvoorwaarden voor open innovatie scheppen. Je kunt niets afdwingen, dus het is hopen dat het een succes wordt. Jack Smit van Polux verwoordde open innovatie als volgt: “Het doel is niet om het beste/grootste stukje taart te veroveren, maar om met elkaar ervoor te zorgen dat de taart veel groter wordt. De composiet taart kan ook echt nog veel groter.”
Hoe hebben we het aangepakt? Om te beginnen, namen we een bus. 
We pikten daarmee de ondernemers en enkele wetenschappers uit heel Nederland op.  Uit de bus ontsnappen kon niet meer, dan maar een voorstel rondje van de groep; enkele zelfs met een powerpoint op de videoschermen in de bus.

Rijdend naar Parijs een tussenstop vlak na Antwerpen om een van de grote composiet objecten van deelnemer NedCam te keuren.


Leerzaam om te zien, voelen en horen wat er zoal mis kan gaan bij de uitvoering.
We gingen vervolgens gezamenlijk naar een hotel in Parijs. Hoewel... het hotel...de chauffeur mocht de laatste km voor het hotel niet langer rijden (zijn toegestane rijtijd was op).
Een eindje lopen met onze bagage langs de Seine en dan naar rechts, daar vonden we het hotel. 

We organiseerden een gezamenlijk diner met een avondprogramma. Eigenlijk hoopten we vooraf er een mooi rommeltje van te maken met de hoop dat enkelen spontaan op de zeepkist zouden klimmen en vertellen hoe ze er zelf tegenaan kijken en wat ze zoal meemaken. De omstandigheden hielpen hier een handje; het werd best wel gezellig op het terrasje van het restaurant.
Verschillende presentaties werden gegeven. Enterprise Europe Network had enkele buitenlandse gasten gevraagd om hun visie te geven op composieten, op internationale samenwerking en wat zij zouden kunnen. Er waren vier Turkse composiet ondernemers gekomen om met enkele Nederlandse ondernemers te spreken. Wat zouden we samen met Turkije kunnen doen? Concurrent of partner? Verder was er Pierre Rozenski van het Nederlandse consulaat in Bordeaux die vertelde hoe de bedrijven, de markt en de mogelijkheden in zijn regio zijn. Enkele composiet wetenschappers van Sirris uit Leuven kregen de gelegenheid om hun visie op composieten met ons te delen. Tenslotte hebben onze reisgenoten van de TU-Delft ons een kijkje in hun ontwikkelingen gegeven en zo sloten zij het rondje Europa!

De volgende ochtend vroeg naar beurs:
Groot genoeg om een hele dag lang te bekijken hoe de bedrijven hun nieuwste ontwikkelingen etaleren, klein genoeg om elkaar nog af en toe tegen te komen en elkaar op interessante zaken te wijzen.
Persoonlijke highlights?
1) Eigenschappen van vlas, basalt en kurk als high performance en duurzame grondstoffen.  2) De enorme en nog verdergaande groei van composieten in de burgerluchtvaart met de bijbehorende productietechnologieën.  3) En een paar ideeën die ik alleen met mijn klanten deel. Die dus nog net voorbij de grens liggen van Open Innovatie.
Samen afzien kweekt een band. Daarvoor hebben we ook geprobeerd te zorgen. Rond 4 uur ’s ochtends was iedereen weer ongeveer thuis (degenen die het verste in het land wonen).

dinsdag 30 maart 2010

JEC Composites 2010 Parijs, voorbereiding deel 1 van 2

“Stop het in een bus, goed schudden, en dan komt er iet moois uit.”

De JEC is een begrip in composietland; het is de grootste composieten beurs van Europa. Groot Composiet en Enterprise Europe Network organiseren samen voor composiet ondernemers een gezamenlijke reis naar deze beurs. In totaal hebben we zo’n 27 ondernemers en mensen van kennisinstellingen aan boord voor deze reis. Natuurlijk heb je als organisator niet in de hand hoe de chemie zal zijn, maar de ervaring leert dat deelnemers meestal veel van elkaar leren (zie ook de blog over speeddaten).
Groot Composiet is een alliantie gestoeld op de principes van open innovatie. Met een gezamenlijke reis kun je enkele van de randvoorwaarden voor open innovatie scheppen. Je kunt niets afdwingen, dus maar hopen dat het een succes wordt. Jack Smit van Polux verwoordde open innovatie als volgt: “Het doel is niet om het beste/grootste stukje taart te veroveren, maar om met elkaar ervoor te zorgen dat de taart veel groter wordt. De composiet taart kan ook echt nog veel groter.” Zie Blue Ocean Strategy.
Hoe pakken we het aan?
Om te beginnen, neem een bus (trein werd te duur). Pik daarmee de ondernemers en enkele wetenschappers uit heel Nederland op. Ga vervolgens gezamenlijk naar een hotelletje in Parijs. Organiseer een gezamenlijk diner dat mogelijk een belediging aan de Franse kok wordt (ja! er is niet zoveel tijd i.v.m. een interessant avondprogramma). Bovendien, zo is mij verteld door iemand die het kan weten, mensen die al wat langer met composiet werken hebben een neus die iets minder gevoelig is. Geen ander alternatief dus dan het organiseren van een goed avondprogramma dus! Enterprise Europe Network heeft enkele buitenlandse gasten gevraagd om hun visie te geven op composieten en op internationale samenwerking.
Het programma is nog onder voorbehoud. Er komen enkele Turkse composiet ondernemers. Wat zouden we samen met Turkije kunnen doen? Concurrent of partner? Dat wordt interessant. Verder iemand van het Nederlandse consulaat in Bordeaux die vertelt hoe de bedrijven, de markt en de mogelijkheden in zijn regio zijn. Enkele wetenschappers van de Universiteit Leuven krijgen de gelegenheid om hun visie op composieten met ons te delen. Dit is het 'geplande' programma. Eigenlijk hoop ik dat het lukt er een mooi rommeltje van te maken en dat enkelen min of meer spontaan op de zeepkist klimmen en vertellen hoe ze er zelf tegenaan kijken en wat ze zoal meemaken.
In ieder geval kunnen we als Groot Composiet groep ons onder handen werk voorleggen. Op naar een goede inhoudelijke discussie!
“Stop het in een bus, goed schudden, en dan komt er iet moois uit.”

PS.
Als je toevallig op eigen gelegenheid naar de JEC bent gekomen maar wel geïnteresseerd bent om deel te nemen aan het avondprogramma, laat het mij even weten. Je bent van harte welkom. 13 April, het start ongeveer om 21:30, en we vertoeven in Hotel Mercure Gare d’Austerlitz.

donderdag 18 maart 2010

Liggen als een dijk en staan als een huis

Niet alles wat ik tegen kom en waar we met Groot Composiet aan werken is voldoende rijp en openbaar om hier in de blog te verschijnen. Alles op z'n tijd.

De ontwikkeling die ik in deze blog bespreek heeft onlangs een prijs gewonnen als innovatieve waterkering en waterberging de eXtra. Dit is voldoende openbaar om hier onder de aandacht te mogen brengen. Dat was op de RIONED dag, 4 Februari. Stichting RIONED is een soort branche organisatie die van alles (bedrijven en kennis) rond riool, regenwater en grondwater met elkaar verbindt. RIONED ken ik nog via een bedrijf dat ik adviseerde, het is een van de belangrijke partners voor eenieder die iets van betekenis wil doen met riool, regen of grondwater water. Hun prijs winnen is daarmee een flinke opsteker.

De eXtra is een dijk die pas een dijk wordt als het water tot aan de lippen staat. In de betonnen bak (grijs) zitten drijvende elementen, rood en geel in bovenstaande tekening. Deze komen vanzelf omhoog door hun drijfvermogen als er water in de bak stroomt. Een prototype is getest met windkracht 12 in een waterloopkundig lab. Het idee komt van een particulier. De aannemer Van Dijk Maasland en Grondmij zagen er wat in en hebben engineering gedaan en prototypes gemaakt en getest.
Je kunt je afvragen of het niet veel makkelijker is om een dijk gewoon met zand, stenen en klei zoveel op te hogen als nodig.
Voor wie het nog niet wist, een dijk ligt niet als een dijk, maar is meer een plastisch geheel.... Een ophoging van de dijk drukt met zijn gewicht de onderkant van de dijk opzij totdat het weer enigzins in evenwicht is. Er is dus flink meer zand en puin nodig dan het topje dat hoger moet. Evenmin als een dijk "ligt als een dijk", staan de huisjes achter die dijk ook niet als een huis. Bij een verhoging is er een flink risico dat een deel van het huis meebeweegt. Een dijkelement dat geen gewicht toevoegt is dan heel wenselijk. Het in de eeuwen gesettelde evenwicht wordt daardoor in ieder geval niet verstoord.
Zo'n groot dijk element moet licht en sterk zijn. Liefst ook nog onderhoudsarm, zelfdenkend, niet in de weg staan/liggen als er geen watersnood is en dan automatisch, onafhankelijk van een of andere elektrische aandrijving om op tijd omhoog te komen. Misschien kan met een slim ontwerp in composiet al die rollen worden vervuld. Daar willen we als Groot Composiet aan werken.
Daarom zijn we op zoek naar een locatie waar deze dijk extreem goed tot z'n recht kan komen. Bijvoorbeeld een kade die slechts enkele keren per jaar bij springtij onder water loopt, maar zich duidelijk niet leent voor een permanente dijk.
Wie weet er zo'n plek?

maandag 1 februari 2010

Duurzaam in Groot Composiet

Zomer 2009 is in Nederland een bommetje gevallen. Het tijdschrift Product publiceerde in Juli een LCA onderzoek naar alternatieve materialen om een brug van te bouwen. Het ging om een 12 meter lange verkeersbrug in composiet, gemaakt door Fibercore. In de studie werden alternatieve materialen, staal, beton, glasvezel en carbon composiet voor die brug met elkaar vergeleken op hun ecologische footprint. Copie van het artikel uit Product is hier. Zie ook de vorige blog hieronder voor uitleg over footprint en duurzaamheid. Wat is hier aan de hand?
  1. Dit vergelijkend onderzoek is belangrijk omdat er vele honderden bruggen in Nederland vervangen moeten worden. Nederland wordt er beter van als hiervoor een goed en duurzaam alternatief wordt gebruikt. De Rijksoverheid probeert 100% duurzaam in te kopen.
  2. Dit is ook een belangrijk onderzoek omdat bedrijven die traditioneel deze bruggen in beton en staal mochten leveren hierdoor pijnlijk buiten spel komen te staan.
  3. Dit is een belangrijk onderzoek omdat er behalve bruggen nog veel meer grote constructies zijn die traditioneel in beton en staal worden uitgevoerd. Denk bijvoorbeeld aan gevels van composiet, grote schepen van composiet en zelfs grote constructies van composiet.
Oh-ja, de uitslag van het onderzoek! De glasvezel composiet brug kwam met grote voorsprong als duurzaamste alternatief uit de bus. Bommetje staat op scherp. Doorslaggevend was het verschil in de hoeveelheid benodigde energie voor de bouwmaterialen. Met duurzaamheid als inkoop eis is het speelveld plots gekanteld. Sinds 2010 moet de rijksoverheid 100%, gemeentes 75%, provincie en waterschappen 50% duurzaam inkopen.

Hiernaast een grafiek uit een eerder, vergelijkbaar onderzoek van dr. R. Daniel van Rijkswaterstaat dat de verschillen in energie ook goed weergeeft. Een link naar zijn artikel is hier te vinden en ook in de rechter kantlijn van deze blog.
De bom is eigenlijk nog maar net ingeslagen, de werkelijke schade voor de beton en staal sector is nog niet echt doorgedrongen. Wat zou nu voor de staal en beton sector het beste verweer kunnen zijn? Onduidelijkheid creëren is eigenlijk genoeg om enige jaren tijdswinst te boeken. Er wordt intussen een vervolg LCA onderzoek gedaan. Voor de tabaksindustrie heeft die aanpak decennia lang goed gewerkt. Pas in 1998 erkende de eerste CEO uit die sector dat roken slecht voor de gezondheid was. Tot die tijd kon en werd elk onderzoek dat negatief was voor tabak juridisch aangevochten.
Ik denk dat net als met tabak het nog jaren zal duren voordat composiet officieel erkend duurzamer is dan beton en staal voor een aantal grote constructies. Intussen weten jij en ik, net als met tabak, wel beter.

Duurzaamheid, carbon footprint, LCA, C2C

Hoeveel blog ruimte is er nodig om enkele begrippen rondom duurzaamheid toe te lichten?

Duurzaam betekent dat een activiteit, bedrijf e.d. tot in de lengte der dagen kan voortbestaan. Voorraden raken niet uitgeput. Het bedrijf wordt niet in haar voortbestaan bedreigd door klanten, belangengroepen e.d. Het gaat om, ook op lange termijn, succesvol blijven voortbestaan.
Een van de voorwaarden voor duurzaamheid is dat de wereld niet meer (grondstof, biodiversiteit) verbruikt dan dat er tegelijkertijd wordt aangevuld. De zogenaamde ecologische footprint kan beter niet groter zijn dan één aardbol, want meer aardbollen zijn niet binnen bereik. Sinds 1990 hebben we als mensheid meer dan een aardbol nodig om op de huidige manier door te leven. Met het stijgen van de welvaart is dat intussen ongeveer 1,3 aardbol geworden, als de hele wereld zou leven als Nederland zouden er ongeveer 4 aardbollen nodig zijn. Het CO2 aandeel in de ecologische footprint is ongeveer 50%. Als een land meer CO2 uitstoot dan het kan absorberen, met bijvoorbeeld haar bossen, is de CO2 footprint te groot, niet eeuwig vol te houden en dus niet duurzaam.  Overheden spreken met elkaar af om hun CO2 footprint (lees eigenlijk, de verschillende broeikas gassen) terug te dringen om schade door opwarming van de aarde te beperken (Kyoto en Kopenhagen afspraken). Een CO2 footprint van een product is meestal vrij makkelijk (grof) te berekenen aan de hand van het verbruik van fossiele brandstoffen. Aan de hand van de CO2 footprint van een product kan een slimmere materiaalkeuze worden gemaakt. Bijvoorbeeld voor een brug kan staal, beton, of composiet als alternatief worden vergeleken. Andere zaken om te betrekken bij een nauwkeuriger berekening zijn bijvoorbeeld onderhoud, logistiek, levensduur, afbreken en recyclen.
De Life Cycle Assesment (LCA) is een manier om te bepalen wat de ecologische gevolgen zijn van een product over de hele levens cyclus, van wieg tot het graf. Hoezo graf? Waardevolle grondstoffen wil je gewoon weer opnieuw in nieuwe producten kunnen gebruiken in plaats van ze kwijt te raken in een vuilverbranding. Deze benadering wordt Cradle 2 Cradle genoemd. Bij C2C wordt juist kritisch gekeken naar mogelijkheden tot hoogwaardig recyclen (up-cyclen) en hoe meer er van een product verkocht wordt hoe beter dat voor de wereld zou moeten zijn! Om goed te kunnen recyclen moet het product weer goed gescheiden kunnen worden in de gewenste grondstoffen. Bij veel composieten die bestaan uit vezels en hars is dat scheiden nog niet goed mogelijk. Hier wordt hard aan gewerkt.

Toch nog even de vraag, waarom moet er aandacht zijn voor duurzaamheid? Waarom zouden natuurlijke voorraden/rijkdommen met toekomstige generaties moeten worden gedeeld? Rijkdommen worden nu binnen de huidige generatie ook maar heel beperkt gedeeld (veel verder delen dan binnen een land gaat het niet, kijk maar hoe we gebruik maken van goedkope arbeidskrachten). Als het op is, is het feest over en gaat het licht uit. Voor een deel van de wereld is het licht al uit.
 Toen in de jaren 50 gas onder Groningen werd ontdekt heerste de visie dat de wereld binnen afzienbare tijd zou overschakelen op kernenergie. De gigantische gasvoorraad zou dus op termijn waardeloos worden. Beter, zo dacht men, was het om die voorraad snel te gelde te maken. Ik vermoed dat om die reden in bijzonder korte tijd over heel Nederland (in tegenstelling tot de omliggende landen) een aardgas netwerk is aangelegd, en dat er in de woningbouw lange tijd weinig is gedaan om huizen enigszins tocht-dicht te bouwen (ook in tegenstelling tot omliggende landen). Waarom zou je die gasvoorraad voor latere generaties in de grond laten zitten was toen de gedachte? Zo ook de vraag, waarom je ernaar zou moeten streven om de voorraden en biodiversiteit van deze wereld eindeloos te kunnen hergebruiken? Bas Haring, hoogleraar filosofie heeft hier een interessant essay over geschreven. Zie interview milieudefensie en zijn essay "Het aquarium van Walter Huijsmans".
Anderzijds, er naar streven het feest eeuwig door te laten gaan is zeker niet verkeerd. Die zekerheid heb je in ieder geval, dus laten we het daar voorlopig toch maar bij houden.

donderdag 28 januari 2010

Composiet in de natuur

Deze week van Jan Willem (GBT, techniek voor windmolenbladen) een mooi voorbeeld gehoord uit de natuur dat duidelijk maakt waarom composiet zo licht en zo sterk kan zijn.
De meeste materialen hebben eigenschappen die in alle richtingen gelijk zijn. Bij een blokje plastic, aluminium, steen, staal, glas enzovoort maakt het niet uit hoe je er aan trekt. In alle richtingen is het even sterk. Met composiet is dat anders.
Het mooie voorbeeld van composiet in de natuur is een boom. In een boom lopen de houtnerven precies zo dat deze het beste de krachten kunnen opvangen. In de richting waar veel minder kracht wordt gevraagd, dwars op de lengte, lopen geen nerven en is het hout ook veel minder sterk.
Op deze manier worden ook producten in composiet ontworpen, alleen vezel daar waar nodig voor de krachten en vooral in de richting die nodig is Dat scheelt gewicht. Een bamboe stam gaat nog iets verder met gewichtsbesparing dan een boom. Bamboe (zoals iedereen wel weet) is hol van binnen. Alleen materiaal waar het ertoe doet, en alleen sterkte in de richting die ertoe doet.

Het bedrijf Leospar gaat nog een stapje verder. Het combineert het holle ontwerp van bamboe met het beste hout (licht, sterk en duurzaam) tot een geavanceerde lichtgewicht mast. Een mast voor klassieke schepen die heel lang meegaat, en/of een mast voor iemand die met z'n schip wedstrijden wil winnen. De natuur was ons voor met bamboe, maar deze holle mast vind ik daarop weer een innovatie.



zondag 10 januari 2010

IPC: Speeddaten

Interessant voor ondernemers die willen innoveren en niet vies zijn van een beetje samenwerken.
IPC staat voor Innovatie Prestatie Contract. Het is een instrument van SenterNovem om bedrijven aan te zetten tot samenwerken rond innovatie. Zie blog Preconcurrentieel en de daarin vermelde oratie van Dany Jacobs voor een uitleg over hoe EZ denkt over innovatiestimuleren.

Wat is de formule voor IPC?
50% subsidie op de eigen uren die aan innovatie worden besteed en vooral op de externe kosten die worden gemaakt voor apparatuur, materialen kennis inkoop e.d. met een totaal van maximaal 100K Euro per deelnemer (dus max 50K subsidie).
Echter, 20% van het bedrag moet worden gestoken in een gezamenlijke ontwikkeling tussen 2 of meer partijen. Partners in ........

IPC in de praktijk
Deze week was ik met zo'n 15 bedrijven op het kantoor van de NRK (kunststoffen branche organisatie) om IPC contracten te tekenen. De NRK maakt van de gelegenheid gebruik om de betrokken ondernemers onderling te laten netwerken en kennis uit te wisselen.

Niet alle bedrijven hadden op dat moment al een partner weten te vinden voor een gezamenlijke ontwikkeling. Geen samenwerking betekent geen subsidie.
Voor deze singels, maar ook voor de bedrijven die al een partner hadden, was een speeddate 'ingelamineerd'. Is dat een goede manier voor ondernemers om een partner te vinden?

Speeddaten
Wellicht anders dan veel singels op Speeddating weten ondernemers vrij aardig waarnaar ze op zoek zijn. Bovendien herkennen bewuste ondernemers snel een mooie kans als deze zich voordoet. Een ondernemer weet doorgaans snel wat hij/zij aan de andere ondernemer kan hebben, maar er zijn weinig gelegenheden om elkaar te ontmoeten.
Wat mij opvalt in deze setting: 'no-nonsense' en 'recht op het doel af' zijn de toegepaste vormen van beleefdheid.


Het daten, om zo vlak voor de indieningsdatum van de IPC een partner te vinden, ging uitzonderlijk goed. Ook ondernemers die al waren voorzien van een partners hebben zo nieuwe contacten gelegd en/of ideeën opgedaan.

De adviseur
Wat moet je nu als koppelaar, want zo zie ik soms mijn dienstverlening, op een speeddate bijeenkomst waar alle gasten elkaar goed weten te vinden?
Ik heb mijn laptop maar tevoorschijn gehaald en heb de snode ontwikkeling die zich ontrolde tussen de 2 ondernemers die voor mij zaten, voor ze opgeschreven. Ik maakte mezelf toch nog nuttig met wat kritische vragen om hun plannen concreter te krijgen. Partners vinden het de eerste keer vaak onwennig om... het papierwerk op de juiste manier in te vullen. Maar de praktijk valt mee. Bewijs: een aanzienlijk deel van de ondernemers deed het voor de 2e keer. 


De IPC staat juist bekend als een laagdrempelige regeling. De regeling kent een relatief geringe administratieve last. Bovendien kunnen de ingediende plannen van de partners gedurende haar 3 jaar looptijd worden aangepast aan de actualiteit. Dit is omdat het EZ gaat om het succes van de technologische ontwikkeling voor de bedrijven. Volgende keer gaan de ondernemers, NRK en Syntens meer tijd nemen om de plannen op te schrijven en gaan meer bedrijven, vanuit Groot Composiet en vanuit Syntens, hiermee geholpen worden.

vrijdag 8 januari 2010

Een succesvol jaar gewenst

Intussen al aardig wat bezoekers gehad. Dat weet ik omdat er ook een tellertje (ander woord voor spionage software) in de blog is geplaatst. Hiermee kan ik over de bezoekers onbehoorlijk veel onzinnige dingen te weten komen (denk aan operating systeem, gebruikte brouwser (wie gebruikt er Google Chrome?), soms de stad, de provider en zelfs de schermresolutie en kleurinstelling....).

Interessanter is om te zien hoe de blog wordt gebruikt, welke pagina's er worden gelezen en naar welke pagina wordt doorgeklikt. BTW misschien vallen de links te weinig op, ondanks de ietsje andere kleur. Bijvoorbeeld, het tellertje dat ik gebruik komt van deze site. De links in mijn tekst zijn niet altijd opvallend gekleurd doch, denk ik, de moeite van het natrekken waard; het geeft wat verdieping over de aangesneden onderwerpen.
Hopelijk vormen deze links, de kennis op deze pagina's en de eventuele samenwerking in Groot Composiet, een bijdrage aan een voor jullie allen enorm inspirerend en succesvol jaar.